FAN-TAS-TISCH
Daar gingen we dan, met zijn drieën naar het ziekenhuis in Utrecht. En eigenlijk moet ik zeggen met zijn vieren want extreem groot knuffelschaap 'Bob' mocht ook mee. Die had Jonathan die ochtend gekregen. We stonden in de rij om de afdeling op te gaan, daar nam Bert afscheid. Stom 1 ouder beleid. Er was nog genoeg tijd om spelletjes te doen. We speelden 'Wie is het' en hadden net Monopoly klaargezet toen de pedagogisch medewerker hem uitnodigde om met haar spelletjes te doen en dat is natuurlijk veel leuker dan met je moeder. Ondertussen vond schaap Bob het heel spannend maar Jonathan natuurlijk helemaal niet. We werden opgeroepen om te gaan omkleden. Jonathan kreeg een gek ziekenhuis shirt en broek aan, daar mochten absoluut geen foto's van gemaakt worden want dan zou hij uitgelachen worden. Alleen dan een foto voor papa. Eenmaal op de OK vond niet alleen Bob het spannend maar ook Jonathan zelf. En wat was hij moedig, zo zouden we het zelf niet kunnen. Hij liep rustig naar de tafel om te gaan liggen. Liet alles gebeuren, gaf nog een keer rustig aan dat het wel een beetje spannend was. Ik stelde voor om te vragen of er een engel bij hem kon blijven. 'Nou, doe er dan maar 4' zei Jonathan. Goed idee, beter hoog inzetten, waarom vragen om 1 engel als je er ook om 4 kunt vragen?. Hij zwiepte met zijn vinger om 'bergen' op het scherm te maken, net zolang tot hij steeds verder in slaap viel. Maar ondanks dat bleef hij maar zwiepen met die hand, wat een focus. Ondertussen liepen mijn ogen vol met tranen. Daar gaat mijn lieve guppie, alweer. Eenmaal in de gang stonden de verpleegkundige en ik even stil, alle tranen eruit. En niet alleen verdriet dat het kind weer een operatie nodig heeft maar ook boosheid, waarom moet hij dit nou weer? Het is niet eerlijk. En eerlijk is het ook niet. Opmerkelijk hoe helend het is om verdriet en boosheid te uiten en het te accepteren.
Beneden sloot ik me aan bij Bert en liep ik eerst een klein rondje buiten, even de frisse wind om wat bij te komen. Daarna lunchten we in het restaurantje met onze eigen boterhammetjes en meegenomen salade en verschuilden we ons in de Ronald McDonald huiskamer. We verbleven in een gekke staat van bewustzijn.
Al veel sneller dan verwacht ging de buzzer en haastte ik me naar de OK. Bert bleef in de huiskamer wachten. In de wachtruimte duurde het even maar toen werd ik toch opgehaald, de arts stond al te wachten om me bij te praten. Wat hij vertelde was zo fantastisch. Hij zei dat wij waarschijnlijk met buikpijn hierin gingen maar hij ook (wat een schat van een arts). Maar alles ging goed en makkelijk en hetgeen waarvoor hij kwam is geslaagd. Alles is goed. Het is gewoon goed... Ik kon de arts wel in de armen vliegen maar heb me ingehouden en hem in plaats daarvan hartelijk bedankt. Toen hij weg was heb ik eerst Bert geappt met het nieuws en daarna tranen met tuiten gehuild van vreugde (gemaskeerd door mondkapje). Intense blijheid en dankbaarheid. In mijn hoofd passeerden heel wat lofzangen. Wat FAN-TAS-TISCH. Hier hebben we zo om gebeden en het gebed is verhoord. Zo dankbaar voor de mogelijkheden van dit kinderziekenhuis.
Eenmaal weer op zaal voelde Jonathan zich niet lekker en was hij een paar uur heel zielig. Na een flinke spuugpartij ging het al wat beter. Eind van de middag mochten we naar huis, Jonathan in rolstoel en dat was eigenlijk best stoer.
Gewapend met een lading pijnstillers zijn we allemaal weer thuis. Esther bleek op de kinderopvang gespuugd te hebben en een aantal keer gekokhalst van spanning. Daar hebben we te weinig bij stil gestaan, zij heeft ook wel de spanning gevoeld maar we hebben het haar niet goed uitgelegd. Arme peuter. Oma had de kinderen allemaal opgehaald en met ze gegeten en er was zelfs nog genoeg eten voor ons over. We hadden niet verwacht al aan het begin van de avond thuis te zijn.
Er rest me niets anders dan aanbiddingsliederen die in mijn hoofd maar door blijven zingen en totale uitputting. Wat een dag, wat een emoties en vooral wat een dankbaarheid.
Reacties
Een reactie posten